-
1 demur
n. bezwaar maken, bedenkingen hebben--------v. bezwaar maken, tegenwerping; aarzelingdemur1[ dimmə:] 〈 zelfstandig naamwoord〉1 bedenking ⇒ tegenwerping, bezwaar♦voorbeelden:1 with no/without demur • zonder meer, zonder aarzelen————————demur2〈werkwoord; demurred〉1 bedenkingen hebben ⇒ tegenwerpingen/bezwaar maken2 〈 juridisch〉een exceptie/excepties opwerpen♦voorbeelden: -
2 protest
n. protest; beroep; scheepsverklaring; tegenstand--------v. protesteren; mededelen; verklaring afleggen; klacht indienenprotest1[ prootest] 〈 zelfstandig naamwoord〉♦voorbeelden:the child screamed in protest • het kind protesteerde luidkeels————————protest2[ prətest]II 〈 overgankelijk werkwoord〉♦voorbeelden: -
3 balk
n. balk; belemmering; hindernis--------v. twijfelen; blijven staan; niet verder willen gaan; verijdeld worden[ bo:k, bo:lk] 〈 zelfstandig naamwoord〉————————1 weigeren ⇒ stokken, blijven steken/hangen♦voorbeelden:the horse balked at the fence • het paard weigerde de hindernisII 〈 overgankelijk werkwoord〉♦voorbeelden:be balked in one's ambitions • geremd worden in zijn ambities -
4 exception
-
5 take exception to
-
6 took an exception
bezwaar aantekenen/maken tegen -
7 object
n. voorwerp; doel; bezwaar; object; onderwerp; logisch systeemelement, dat door supervisieprogramma wordt beheerd; (computer) document of foto dat in ander document kan worden opgenomen--------v. bezwaar hebben tegen; tegenwerpenobject1[ obdzjikt] 〈 zelfstandig naamwoord〉♦voorbeelden:indirect object (of a verb) • meewerkend voorwerp————————object21 bezwaar hebben/maken♦voorbeelden: -
8 objection
-
9 banns
n. huwelijksafkondiging[ bænz]♦voorbeelden: -
10 con
-
11 discontent
n. ontevredenheiddiscontent11 ontevredenheid ⇒ misnoegen, ongenoegen————————discontent21 〈+with〉ontevreden (over/met) ⇒ teleurgesteld, misnoegd————————discontent3〈 werkwoord〉1 mishagen ⇒ ontevreden maken, teleurstellen -
12 forbid the banns
-
13 wail
n. weeklacht, jammerklacht, gehuil, gejoel; schel geluid; uitrdrukking van bezwaar of gramschap--------v. klagen, jammeren; loeien, een schel geluid makenwail1[ weel] 〈 zelfstandig naamwoord〉————————wail2〈 werkwoord〉
Перевод: с английского на все языки
со всех языков на английский- Со всех языков на:
- Английский
- С английского на:
- Нидерландский